Vertaling van uitscheppen
Inhoud:
Nederlands
Duits
uitscheppen, hozen, leeghozen {ww.}
fischen
ausschöpfen
ausschöpfen
ik zal uitscheppen
jij zult uitscheppen
hij/zij/het zal uitscheppen
ich werde fischen
du wirst fischen
er/sie/es wird fischen
» meer vervoegingen van fischen