Vertaling van uitscheuren
Inhoud:
Nederlands
Duits
uitrukken, uitscheuren, uittrekken {ww.}
entreißen
ik zal uitscheuren
jij zult uitscheuren
hij/zij/het zal uitscheuren
ich werde entreißen
du wirst entreißen
er/sie/es wird entreißen
» meer vervoegingen van entreißen
scheuren, springen, uitscheuren {ww.}
einreißen
reißen
reißen