Vertaling van uitstaan
Inhoud:
Nederlands
Duits
uitspringen, uitstaan, uitsteken, vooruitspringen, vooruitsteken {ww.}
vorstehen
ik zal uitstaan
jij zult uitstaan
hij/zij/het zal uitstaan
ich werde vorstehen
du wirst vorstehen
er/sie/es wird vorstehen
» meer vervoegingen van vorstehen
doorstaan, dulden, harden, uithouden, uitstaan, verdragen {ww.}
ertragen
aushalten
ausstehen
aushalten
ausstehen
ik zal uitstaan
jij zult uitstaan
hij/zij/het zal uitstaan
ich werde ertragen
du wirst ertragen
er/sie/es wird ertragen
» meer vervoegingen van ertragen
Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
Ich kann die Schmerzen nicht mehr aushalten.
Verdragen kan onverdraaglijk zijn.
Ertragen kann unerträglich sein.
doorstaan, lijden, ondergaan, uitstaan, velen, verdragen {ww.}
leiden
ertragen
aushalten
erleiden
erdulden
dulden
ertragen
aushalten
erleiden
erdulden
dulden
ik zal uitstaan
jij zult uitstaan
hij/zij/het zal uitstaan
ich werde leiden
du wirst leiden
er/sie/es wird leiden
» meer vervoegingen van leiden
Het is het lot van de mens om te lijden.
Leiden ist die Bestimmung des Menschen.
De mens is voorbestemd tot lijden.
Es ist das Los des Menschen zu leiden.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
Ich kann die Schmerzen nicht mehr aushalten.
Ik kan dit hete weer niet uitstaan.
Ich kann dieses heiße Wetter nicht ab.