Vertaling van uitstel

Inhoud:

Nederlands
Duits
opschorting [v], verdaging [v], verlating [v], oponthoud [o], uitstel, verlet {zn.}
Verzögerung [v] (die ~)
Aufschub [m] (der ~)


Gerelateerd aan uitstel

opschorting - verdaging - verlating - oponthoud - verlet