Vertaling van uittarten
Inhoud:
Nederlands
Duits
tarten, trotseren, uitdagen, uittarten {ww.}
aushalten
standhalten
Trotz bieten
trotzen
herausfordern
standhalten
Trotz bieten
trotzen
herausfordern
ik zal uittarten
jij zult uittarten
hij/zij/het zal uittarten
ich werde aushalten
du wirst aushalten
er/sie/es wird aushalten
» meer vervoegingen van aushalten