Vertaling van uitvallen

Inhoud:

Nederlands
Duits
uitvallen {ww.}
einstürzen
herausfallen
ausfallen

ik zal uitvallen
jij zult uitvallen
hij/zij/het zal uitvallen

ich werde einstürzen
du wirst einstürzen
er/sie/es wird einstürzen
» meer vervoegingen van einstürzen

ineenstorten, instorten, uiteenvallen, uitvallen {ww.}
zusammenfallen
auseinander fallen
zerfallen

ik zal uitvallen
jij zult uitvallen
hij/zij/het zal uitvallen

ich werde zusammenfallen
du wirst zusammenfallen
er/sie/es wird zusammenfallen
» meer vervoegingen van zusammenfallen

afstand doen van, opgeven, uitvallen {ww.}
verzichten
entsagen

ik zal uitvallen
jij zult uitvallen
hij/zij/het zal uitvallen

ich werde verzichten
du wirst verzichten
er/sie/es wird verzichten
» meer vervoegingen van verzichten

afvallen, afvallig worden, uitvallen {ww.}
ausfallen
abfallen
verfallen
herunterfallen
entfallen

ik zal uitvallen
jij zult uitvallen
hij/zij/het zal uitvallen

ich werde ausfallen
du wirst ausfallen
er/sie/es wird ausfallen
» meer vervoegingen van ausfallen



Gerelateerd aan uitvallen

ineenstorten - instorten - uiteenvallen - afstand doen van - opgeven - afvallen - afvallig worden