Vertaling van uitvlakken
Inhoud:
Nederlands
Duits
uitkrabben, uitvegen, uitvlakken, wegkrabben {ww.}
abschaben
ik zal uitvlakken
jij zult uitvlakken
hij/zij/het zal uitvlakken
ich werde abschaben
du wirst abschaben
er/sie/es wird abschaben
» meer vervoegingen van abschaben