Vertaling van uitwijzen
Inhoud:
Nederlands
Duits
naar buiten jagen, uitdrijven, uitjagen, uitwijzen, verbannen {ww.}
bannen
ausstoßen
ausstoßen
ik zal uitwijzen
jij zult uitwijzen
hij/zij/het zal uitwijzen
ich werde bannen
du wirst bannen
er/sie/es wird bannen
» meer vervoegingen van bannen
laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen {ww.}
zeigen
hinweisen
weisen
anweisen
angeben
hinweisen
weisen
anweisen
angeben
ik zal uitwijzen
jij zult uitwijzen
hij/zij/het zal uitwijzen
ich werde zeigen
du wirst zeigen
er/sie/es wird zeigen
» meer vervoegingen van zeigen
Ik zal je de stad laten zien.
Ich werde Ihnen die Stadt zeigen.
Ik zal jullie wat foto's laten zien.
Ich werde euch ein paar Bilder zeigen.
aantonen, adstrueren, bewijzen, staven, uitwijzen, waarmaken {ww.}
beweisen
erhärten
begründen
erhärten
begründen
ik zal uitwijzen
jij zult uitwijzen
hij/zij/het zal uitwijzen
ich werde beweisen
du wirst beweisen
er/sie/es wird beweisen
» meer vervoegingen van beweisen
Kunt u dat bewijzen?
Kannst du das beweisen?
Zij probeert het bestaan van geesten te bewijzen.
Sie versucht die Existenz von Geistern zu beweisen.