Vertaling van uitwissen
Inhoud:
Nederlands
Duits
wissen, uitwissen, uitvegen, wegvegen {ww.}
erledigen
ausrotten
auslöschen
ausrotten
auslöschen
ik zal uitwissen
jij zult uitwissen
hij/zij/het zal uitwissen
ich werde erledigen
du wirst erledigen
er/sie/es wird erledigen
» meer vervoegingen van erledigen