Vertaling van uitzien

Inhoud:

Nederlands
Duits
snorren, zoeken, opzoeken, uitkijken, uitzien {ww.}
suchen
ausschauen
aufsuchen
ausschauen nach

ik zal uitzien
jij zult uitzien
hij/zij/het zal uitzien

ich werde suchen
du wirst suchen
er/sie/es wird suchen
» meer vervoegingen van suchen

Ik moet naar mijn pen zoeken.
Ich muss meinen Stift suchen.
Wat heeft deze stoel hier te zoeken?
Was hat der Stuhl hier zu suchen?


Gerelateerd aan uitzien

snorren - zoeken - opzoeken - uitkijken