Vertaling van uitzweten


Nederlands
Duits
uitzweten {ww.}
ausschwitzen
absondern
exsudieren

ik zal uitzweten
jij zult uitzweten
hij/zij/het zal uitzweten

ich werde ausschwitzen
du wirst ausschwitzen
er/sie/es wird ausschwitzen
» meer vervoegingen van ausschwitzen