Vertaling van urineren
Inhoud:
Nederlands
Duits
een plas doen, piesen, pissen, urineren, plassen {ww.}
Wasser lassen
urinieren
urinieren
wij urineren
jullie urineren
zij urineren
wir urinieren
ihr uriniert
sie urinieren
» meer vervoegingen van urinieren