Vertaling van vaardig

Inhoud:

Nederlands
Duits
bedreven, behendig, bekwaam, handig, vaardig {bn.}
anstellig
behende
fix
geschickt
geübt
gewandt
afvaardigen, delegeren {ww.}
schicken
delegieren
entsenden
abordnen

ik vaardig af

ich schicke
» meer vervoegingen van schicken

afvaardigen, deputeren, tot afgevaardigde kiezen {ww.}
deputieren
entsenden
abordnen

ik vaardig af

ich deputiere
» meer vervoegingen van deputieren

afkondigen, proclameren, uitvaardigen, verkondigen {ww.}
proklamieren
ausrufen

ik vaardig uit

ich proklamiere
» meer vervoegingen van proklamieren