Vertaling van vastzetten
Inhoud:
Nederlands
Duits
bevestigen, vastmaken, vastzetten, verstevigen {ww.}
bestärken
festigen
stärken
bekräftigen
fest anmachen
befestigen
festigen
stärken
bekräftigen
fest anmachen
befestigen
ik zal vastzetten
jij zult vastzetten
hij/zij/het zal vastzetten
ich werde bestärken
du wirst bestärken
er/sie/es wird bestärken
» meer vervoegingen van bestärken
blokkeren, vastzetten {ww.}
absperren
abblocken
blockieren
abblocken
blockieren
ik zal vastzetten
jij zult vastzetten
hij/zij/het zal vastzetten
ich werde absperren
du wirst absperren
er/sie/es wird absperren
» meer vervoegingen van absperren