Vertaling van verblijd
Inhoud:
Nederlands
Duits
blij, verblijd, verheugd, opgetogen, opgewekt, vrolijk {bn.}
froh
freudig
erfreut
begeistert
freudig
erfreut
begeistert
verblijden, verheugen {ww.}
Freude bereiten
erfreuen
erfreuen
ik verblijd
ich erfreue
» meer vervoegingen van erfreuen