Vertaling van verblijf
Inhoud:
Nederlands
Duits
oponthoud , verblijf {zn.}
Aufenthalt
Ik heb haar ontmoet tijdens mijn verblijf in Mexico.
Ich traf sie bei meinem Aufenthalt in Mexico-City.
blijven, overblijven, resten, resteren, toeven, verblijven {ww.}
bleiben
übrigbleiben
übrigbleiben
ik verblijf
ich bleibe
» meer vervoegingen van bleiben
Thuis blijven is saai.
Zuhause bleiben ist langweilig.
Zult ge thuis blijven?
Wirst du zu Hause bleiben?