Vertaling van verbrijzelen
Inhoud:
Nederlands
Duits
intrappen, verbrijzelen, vermorzelen, verpletteren {ww.}
vernichten
zerschmeißen
zerschmettern
zertrümmern
zermalmen
zerschmeißen
zerschmettern
zertrümmern
zermalmen
wij verbrijzelen
jullie verbrijzelen
zij verbrijzelen
wir vernichten
ihr vernichtet
sie vernichten
» meer vervoegingen van vernichten