Vertaling van verkeer

Inhoud:

Nederlands
Duits
betrekking [v], verhouding [v], verstandhouding [v], omgang [m], verband, verkeer {zn.}
Verhältnis [o] (das ~)
Zusammenhang [m] (der ~)
Ze hebben een goede verhouding met hun buren.
Sie haben zu ihren Nachbarn ein gutes Verhältnis.
aangaan, aanbelangen, betreffen, verkeren, zich verhouden {ww.}
verkehren
sich beziehen

ik verkeer

ich verkehre
» meer vervoegingen van verkehren

kenteren, veranderen, verkeren {ww.}
sich ändern
anders werden


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik hou niet van het verkeer.

Ich mag den Verkehr nicht.

Als het aantal auto's toeneemt, neemt ook het verkeer toe.

Wenn die Zahl der Autos steigt, nimmt auch der Verkehr zu.

We zouden er moeten geraken als er niet te veel verkeer is.

Wir sollten es schaffen, wenn der Verkehr nicht so stark ist.

Ik was geschokt door het verkeer in Bangkok, maar reizigers vertelden me dat Taipei nog erger was.

Ich war von dem Verkehr in Bangkok entsetzt, doch berichteten mir Reisende, dass es in Taipei noch schlimmer sei.