Vertaling van verkeerd

Inhoud:

Nederlands
Duits
fout, foutief, onjuist, verkeerd {bn.}
falsch
irrig
irrtümlich
versehentlich
fehlerhaft
Fehl-
fout, mis, onjuist, verkeerd {bn.}
verkehrt
falsch
beroerd, kwaad, kwalijk, slecht, verkeerd {bn.}
böse
schlecht
übel
schlimm
aangaan, aanbelangen, betreffen, verkeren, zich verhouden {ww.}
verkehren
sich beziehen

ik heb verkeerd
jij hebt verkeerd
hij/zij/het heeft verkeerd

ich habe verkehrt
du hast verkehrt
er/sie/es hat verkehrt
» meer vervoegingen van verkehren

kenteren, veranderen, verkeren {ww.}
sich ändern
anders werden


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Deze zin is niet verkeerd.

Dieser Satz ist nicht verkehrt.

Haar naam was verkeerd gespeld.

Ihr Name wurde falsch geschrieben.

Is dat verkeerd?

Ist das falsch?


Gerelateerd aan verkeerd

fout - foutief - onjuist - mis - beroerd - kwaad - kwalijk - slecht - aangaan - aanbelangen - betreffen - verkeren - zich verhouden - kenteren - veranderen