Vertaling van verkeren
Inhoud:
Nederlands
Duits
aangaan, aanbelangen, betreffen, verkeren, zich verhouden {ww.}
verkehren
sich beziehen
sich beziehen
wij verkeren
jullie verkeren
zij verkeren
wir verkehren
ihr verkehrt
sie verkehren
» meer vervoegingen van verkehren
kenteren, veranderen, verkeren {ww.}
sich ändern
anders werden
anders werden