Vertaling van verloofde

Inhoud:

Nederlands
Duits
bruidegom [m], galant [m], verloofde {zn.}
Verlobter [m] (der ~)
Bräutigam [m] (der ~)
Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.
Ihr Verlobter schenkte ihr einen sehr großen Ring.
bruid [v], meisje [o], verloofde {zn.}
Braut [v] (die ~)
Verlobte [v] (die ~)
U mag nu de bruid kussen.
Sie dürfen die Braut jetzt küssen.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ze spreekt vaak met haar verloofde.

Sie spricht oft mit ihrem Verlobten.

Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.

Ihr Verlobter schenkte ihr einen sehr großen Ring.


Gerelateerd aan verloofde

bruidegom - galant - bruid - meisje