Vertaling van veroorzaken
Inhoud:
Nederlands
Duits
aandoen, aanrichten, stichten, teweegbrengen, veroorzaken {ww.}
bereiten
zufügen
verursachen
veranlassen
bewirken
antun
zufügen
verursachen
veranlassen
bewirken
antun
wij veroorzaken
jullie veroorzaken
zij veroorzaken
wir bereiten
ihr bereitet
sie bereiten
» meer vervoegingen van bereiten