Vertaling van verpesten

Inhoud:

Nederlands
Duits
aansteken, besmetten, infecteren, verpesten {ww.}
infizieren
anstecken

wij verpesten
jullie verpesten
zij verpesten

wir infizieren
ihr infiziert
sie infizieren
» meer vervoegingen van infizieren

vergallen, vergeven, vergiftigen, verpesten {ww.}
vergiften

wij verpesten
jullie verpesten
zij verpesten

wir vergiften
ihr vergiftet
sie vergiften
» meer vervoegingen van vergiften



Gerelateerd aan verpesten

aansteken - besmetten - infecteren - vergallen - vergeven - vergiftigen