Vertaling van verslaan

Inhoud:

Nederlands
Duits
bevangen, overwinnen, verslaan, zegevieren {ww.}
überwinden
besiegen
siegen
bemeistern
meistern
bewältigen

wij verslaan
jullie verslaan
zij verslaan

wir besiegen
ihr besiegt
sie besiegen
» meer vervoegingen van besiegen

verschalen, verslaan {ww.}
matt werden
alt werden
welk werden
schal werden
stillen, sussen, temmen, tot rust brengen, verslaan {ww.}
dämpfen
züchtigen
besänftigen

wij verslaan
jullie verslaan
zij verslaan

wir züchtigen
ihr züchtigt
sie züchtigen
» meer vervoegingen van züchtigen

aanbrengen, melden, overbrengen, verslaan, verslag uitbrengen {ww.}
referieren
rapportieren
berichten
melden
angeben

wij verslaan
jullie verslaan
zij verslaan

wir referieren
ihr referiert
sie referieren
» meer vervoegingen van referieren

verschalen, verslaan {ww.}
seinen Geschmack verlieren