Vertaling van verspreiden
Inhoud:
Nederlands
Duits
afgeven, verbreiden, verspreiden {ww.}
ausbreiten
wij verspreiden
jullie verspreiden
zij verspreiden
wir breiten aus
ihr breitet aus
sie breiten aus
» meer vervoegingen van ausbreiten
Een klein bosbrandje kan zich makkelijk verspreiden en snel een grote vuurzee worden.
Ein kleiner Waldbrand kann sich leicht ausbreiten und schnell ein großer Flächenbrand werden.
uiteendrijven, uiteenjagen, verspreiden, verstrooien {ww.}
auseinanderjagen
wij verspreiden
jullie verspreiden
zij verspreiden
wir jagen auseinander
ihr jagt auseinander
sie jagen auseinander
» meer vervoegingen van auseinanderjagen