Vertaling van verstoord
Inhoud:
Nederlands
Duits
boos, kwaad, toornig, nijdig, verstoord, vertoornd {bn.}
arg
böse
böse
belemmeren, hinderen, storen, verstoren {ww.}
stören
lästig werden
genieren
belästigen
behindern
beengen
lästig werden
genieren
belästigen
behindern
beengen
ik heb verstoord
jij hebt verstoord
hij/zij/het heeft verstoord
ich habe gestört
du hast gestört
er/sie/es hat gestört
» meer vervoegingen van stören
Niet storen.
Nicht stören.
Ik zal proberen je niet te storen bij het leren.
Ich werde mir Mühe geben, dich nicht beim Lernen zu stören.