Vertaling van vertellen
wij vertellen
jullie vertellen
zij vertellen
wir fabulieren
ihr fabuliert
sie fabulieren
» meer vervoegingen van fabulieren
wij vertellen
jullie vertellen
zij vertellen
wir erzählen
ihr erzählt
sie erzählen
» meer vervoegingen van erzählen
Voorbeelden in zinsverband
Ik zal het niemand vertellen.
Ich werde es niemandem sagen.
Zal je me de waarheid vertellen?
Werden Sie mir die Wahrheit sagen?
Ik wil jou iets raars vertellen.
Ich möchte dir etwas Seltsames erzählen.
Ik heb je iets te vertellen.
Ich habe dir etwas zu sagen.
Trouwens, ik heb je iets te vertellen.
Übrigens, ich muss dir etwas sagen.
Ik zal jou mijn verhaal vertellen.
Ich werde dir meine Geschichte erzählen.
Ze wilde echt het verhaal vertellen.
Sie wollte das Geheimnis verraten.
Conchita besloot Mary de waarheid te vertellen.
Conchita hat sich entschieden, Mary die Wahrheit zu sagen.
Wilde je me over vrijheid vertellen?
Du wolltest mit mir über Freiheit sprechen?
Kun je me iets over jezelf vertellen?
Könntest du mir etwas über dich erzählen?
Ik zal het nooit aan iemand vertellen.
Ich werde es nie jemandem erzählen.
Je had me dat gisteren moeten vertellen.
Das hättest du mir gestern sagen sollen.
Ik vind het belangrijk om de waarheid te vertellen.
Ich glaube, dass es wichtig ist, die Wahrheit zu sagen.
Deze eindeloze zakenreizen vertellen veel over zijn huwelijk.
Diese endlosen Geschäftsreisen sagen viel über seine Ehe aus.
Vroeg of laat zal hij me alles vertellen.
Früher oder später wird er mir alles sagen.