Vertaling van verteren

Inhoud:

Nederlands
Duits
verteren {ww.}
verdaut werden
digereren, verduwen, verteren, verwerken {ww.}
verdauen
in sich aufnehmen
digerieren

wij verteren
jullie verteren
zij verteren

wir verdauen
ihr verdaut
sie verdauen
» meer vervoegingen van verdauen

besteden, spanderen, spenderen, uitgeven, verteren {ww.}
verausgaben
auslegen

wij verteren
jullie verteren
zij verteren

wir verausgaben
ihr verausgabt
sie verausgaben
» meer vervoegingen van verausgaben

kwijnen, opraken, uitteren, verteren, wegteren {ww.}
zehren

wij verteren
jullie verteren
zij verteren

wir zehren
ihr zehrt
sie zehren
» meer vervoegingen van zehren

consumeren, slopen, verbruiken, verorberen, verteren {ww.}
verzehren
zehren
verbrauchen
konsumieren
aufzehren
abnutzen

wij verteren
jullie verteren
zij verteren

wir verzehren
ihr verzehrt
sie verzehren
» meer vervoegingen van verzehren