Vertaling van verwanten

Inhoud:

Nederlands
Duits
familie [v], verwanten, bloedverwanten {zn.}
Verwandtschaft [v] (die ~)
overeenkomstig, verwant (mv. verwanten) {bn.}
affin
verwandt
ähnlich
familielid [o], verwant (mv. verwanten) {zn.}
Familienangehöriger [m] (der ~)
Familienmitglied [o] (das ~)
verwant (mv. verwanten), aanverwant {bn.}
verwandt
anverwandt
familielid [o], bloedverwant [m], verwant (mv. verwanten) [m] {zn.}
Verwandter [m] (der ~)


Gerelateerd aan verwanten

familie - bloedverwanten - overeenkomstig - verwant - familielid - aanverwant - bloedverwant