Vertaling van verzadigd
Inhoud:
Nederlands
Duits
verzadigd, vol, zat {bn.}
satt
verzadigd {bn.}
gesättigt
doortrekken, verzadigen {ww.}
sättigen
ik heb verzadigd
jij hebt verzadigd
hij/zij/het heeft verzadigd
ich habe gesättigt
du hast gesättigt
er/sie/es hat gesättigt
» meer vervoegingen van sättigen