Vertaling van verzekerd

Inhoud:

Nederlands
Duits
gewis, stellig, zeker, vast, vaststaand, verzekerd, wis {bn.}
bestimmt
gewiß
sicher
zuversichtlich
unzweifelhaft
betuigen, verzekeren {ww.}
zusichern
sicherstellen
beteuern
versichern
vergewissern
bestätigen
behaupten

ik heb verzekerd
jij hebt verzekerd
hij/zij/het heeft verzekerd

ich habe zugesichert
du hast zugesichert
er/sie/es hat zugesichert
» meer vervoegingen van zusichern

beweren, verzekeren, garanderen {ww.}
garantieren
versichern
beteuern
behaupten

ik heb verzekerd
jij hebt verzekerd
hij/zij/het heeft verzekerd

ich habe garantiert
du hast garantiert
er/sie/es hat garantiert
» meer vervoegingen van garantieren

assureren, veilig stellen, verzekeren {ww.}
versichern

ik heb verzekerd
jij hebt verzekerd
hij/zij/het heeft verzekerd

ich habe versichert
du hast versichert
er/sie/es hat versichert
» meer vervoegingen van versichern



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ben je medisch verzekerd?

Haben Sie eine Krankenversicherung?

Ben je verzekerd?

Bist du versichert?


Gerelateerd aan verzekerd

gewis - stellig - zeker - vast - vaststaand - wis - betuigen - verzekeren - beweren - garanderen - assureren - veilig stellen