Vertaling van vlak

Inhoud:

Nederlands
Duits
vlak {zn.}
Begrenzungsfläche
Fläche [v] (die ~)
vlak {zn.}
Ebene [v] (die ~)
vlak, oppervlak {zn.}
Seite [v] (die ~)
Fläche [v] (die ~)
vlak, plat vlak {zn.}
Ebene [v] (die ~)
exact, juist, precies, scherp, vlak {bw.}
genau
präzise
effen, gelijk, vlak {bn.}
eben
glatt
flach
Flach-
egaliseren, gelijkmaken, vlakken {ww.}
gleichstellen
gleichmachen

ik vlak

ich stelle gleich
» meer vervoegingen van gleichstellen



Gerelateerd aan vlak

oppervlak - plat vlak - exact - juist - precies - scherp - effen - gelijk - egaliseren - gelijkmaken - vlakken