Vertaling van vlakbij
Inhoud:
Nederlands
Duits
dichtbij, nabij, vlakbij {bw.}
nahe
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Ze woont vlakbij.
Sie lebt in der Nähe.
Hij woont in een stadje vlakbij Osaka.
Er lebt in einer kleinen Stadt bei Osaka.
Gelukkig was er een Armaniwinkel vlakbij het steegje waar Dima had geslapen.
Glücklicherweise gab es vor der Passage, in der Dima geschlafen hatte, einen Armani-Laden.