Vertaling van volledig
Inhoud:
Nederlands
Duits
volledig, zonder onderbreking, ononderbroken {zn.}
abstandslos
spaltlos
lückenlos
spaltlos
lückenlos
heel, geheel, ten volle, volkomen, volledig, voluit {bw.}
völlig
compleet, heel, volkomen, volledig, volslagen, voltallig, hele {bn.}
voll
compleet, heel, geheel, totaal, totaliter, volkomen, volledig {bw.}
völlig
compleet, totaal, vol, volkomen, volledig {bn.}
voll
finaal, heel, geheel, helemaal, totaal, volkomen, volledig {bw.}
ganz
gänzlich
gar
gänzlich
gar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Dit kan niet volledig genezen worden.
Es kann nicht vollständig geheilt werden.
Hij is volledig afhankelijk van zijn ouders.
Er ist völlig von seinen Eltern abhängig.