Vertaling van voorbereiden
Inhoud:
Nederlands
Duits
aanmaken, bereiden, toebereiden, voorbereiden {ww.}
vorbereiten
bereiten
bereiten
ik zal voorbereiden
jij zult voorbereiden
hij/zij/het zal voorbereiden
ich werde vorbereiten
du wirst vorbereiten
er/sie/es wird vorbereiten
» meer vervoegingen van vorbereiten