Vertaling van voorbestemmen
Inhoud:
Nederlands
Duits
predestineren, voorbeschikken, voorbestemmen {ww.}
vorherbestimmen
ik zal voorbestemmen
jij zult voorbestemmen
hij/zij/het zal voorbestemmen
ich werde vorherbestimmen
du wirst vorherbestimmen
er/sie/es wird vorherbestimmen
» meer vervoegingen van vorherbestimmen