Vertaling van voordragen
Inhoud:
Nederlands
Duits
bieden, aanbieden, uitloven, voordragen, voorslaan, voorstellen {ww.}
proponieren
vorschlagen
beantragen
vorschlagen
beantragen
ik zal voordragen
jij zult voordragen
hij/zij/het zal voordragen
ich werde proponieren
du wirst proponieren
er/sie/es wird proponieren
» meer vervoegingen van proponieren
reciteren, opzeggen, voordragen {ww.}
aufsagen
deklamieren
hersagen
vortragen
deklamieren
hersagen
vortragen
ik zal voordragen
jij zult voordragen
hij/zij/het zal voordragen
ich werde aufsagen
du wirst aufsagen
er/sie/es wird aufsagen
» meer vervoegingen van aufsagen