Vertaling van voortspruiten
Inhoud:
Nederlands
Duits
resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien {ww.}
resultieren
ik zal voortspruiten
jij zult voortspruiten
hij/zij/het zal voortspruiten
ich werde resultieren
du wirst resultieren
er/sie/es wird resultieren
» meer vervoegingen van resultieren