Vertaling van vorderen

Inhoud:

Nederlands
Duits
eisen, opeisen, rekenen, vereisen, vergen, voorschrijven, vorderen {ww.}
zumuten
verlangen
fordern
erfordern
erheischen

wij vorderen
jullie vorderen
zij vorderen

wir muten zu
ihr mutet zu
sie muten zu
» meer vervoegingen van zumuten

opschieten, veld winnen, vlotten, vooruitgaan, vorderen {ww.}
Fortschritt machen
vorschreiten
fortschreiten

wij vorderen
jullie vorderen
zij vorderen

wir schreiten vor
ihr schreitet vor
sie schreiten vor
» meer vervoegingen van vorschreiten

rekwireren, vorderen, opvorderen {ww.}
requirieren

wij vorderen
jullie vorderen
zij vorderen

wir requirieren
ihr requiriert
sie requirieren
» meer vervoegingen van requirieren