Vertaling van vragen

Inhoud:

Nederlands
Duits
vragen {ww.}
fragen

wij vragen
jullie vragen
zij vragen

wir fragen
ihr fragt
sie fragen
» meer vervoegingen van fragen

Heeft u nog vragen?
Haben Sie weitere Fragen?
We vragen ons af waarom.
Wir fragen uns, wieso.
inroepen, verzoeken, vragen, aanvragen {ww.}
bitten
ersuchen

wij vragen
jullie vragen
zij vragen

wir bitten
ihr bittet
sie bitten
» meer vervoegingen van bitten

Waarom vragen we hem niet om advies?
Warum bitten wir keinen Rat von ihm?
Ik zou je graag om een gunst vragen.
Ich möchte Sie um einen Gefallen bitten.
inviteren, noden, uitnodigen, vragen {ww.}
einladen

wij vragen
jullie vragen
zij vragen

wir laden ein
ihr ladet ein
sie laden ein
» meer vervoegingen van einladen

Je mag uitnodigen wie je wilt.
Du kannst jede Person einladen, die du magst.
Ik zou je graag uitnodigen om te komen eten
Ich möchte Dich zum Abendessen einladen.
kwestie [v], vraag (mv. vragen) [v] {zn.}
Frage [v] (die ~)
Anfrage [v] (die ~)
Goeie vraag.
Das ist eine gute Frage.
Ik heb een vraag.
Ich habe eine Frage.
aanvraag [v], aanzoek [o], verzoek, vraag (mv. vragen) [v] {zn.}
Bitte [v] (die ~)
Gesuch [o] (das ~)
Ersuchen [o] (das ~)
Ansuchen [o] (das ~)
Vraag alsjeblieft iemand anders.
Bitte fragen Sie jemand anders.
Vraag Tom zijn gitaar mee te nemen.
Bitte Tom, seine Gitarre mitzubringen!


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Heeft u nog vragen?

Haben Sie weitere Fragen?

Bob kan alle vragen beantwoorden.

Bob kann alle Fragen beantworten.

Moet ik alle vragen beantwoorden?

Muss ich alle Fragen beantworten?

Mag ik je iets vragen?

Kann ich dich etwas fragen?

Mag ik je iets vragen?

Darf ich Sie etwas fragen?

We vragen ons af waarom.

Wir fragen uns, wieso.

Mag ik je iets vragen?

Kann ich dich etwas fragen?

Ik kon alle vragen beantwoorden.

Ich konnte alle Fragen beantworten.

Waarom vragen we hem niet om advies?

Warum bitten wir keinen Rat von ihm?

Ik zal je vandaag verder niets vragen.

Ich werde dich heute nichts mehr fragen.

Hij stelde enige vragen over het wiskundeproefwerk.

Er hat mir ein paar Fragen zum Mathetest gestellt.

Ik zou twee vragen willen stellen.

Ich würde gern zwei Fragen stellen.

Mag ik vragen hoe u heet?

Darf ich Sie nach Ihrem Namen fragen?

Tom kon niet al Mary's vragen beantwoorden.

Tom vermochte nicht alle von Marys Fragen zu beantworten.

Je moet hem om advies vragen.

Du solltest ihn um Rat fragen.


Gerelateerd aan vragen

inroepen - verzoeken - aanvragen - inviteren - noden - uitnodigen - kwestie - vraag - aanvraag - aanzoek - verzoek