Vertaling van vriezen
Inhoud:
Nederlands
Duits
vriezen {ww.}
gefrieren
frieren
frieren
zij vriezen
sie gefrieren
» meer vervoegingen van gefrieren
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Volgende week gaat het misschien vriezen.
Nächste Woche wird es vielleicht Frost geben.
Volgende week gaat het misschien vriezen.
Nächste Woche wird es vielleicht Frost geben.