Vertaling van vrijspreken
lossprechen
absolvieren
ik zal vrijspreken
jij zult vrijspreken
hij/zij/het zal vrijspreken
ich werde freisprechen
du wirst freisprechen
er/sie/es wird freisprechen
» meer vervoegingen van freisprechen
lossprechen
absolvieren
ik zal vrijspreken
jij zult vrijspreken
hij/zij/het zal vrijspreken
ich werde freisprechen
du wirst freisprechen
er/sie/es wird freisprechen
» meer vervoegingen van freisprechen
lossprechen
absolvieren
ik zal vrijspreken
jij zult vrijspreken
hij/zij/het zal vrijspreken
ich werde freisprechen
du wirst freisprechen
er/sie/es wird freisprechen
» meer vervoegingen van freisprechen
lossprechen
absolvieren
ik zal vrijspreken
jij zult vrijspreken
hij/zij/het zal vrijspreken
ich werde freisprechen
du wirst freisprechen
er/sie/es wird freisprechen
» meer vervoegingen van freisprechen