Vertaling van vroegtijdig
Inhoud:
Nederlands
Duits
tijdig, vroegtijdig, accuraat, nauwgezet, nauwkeurig, prompt, stipt, zorgvuldig, punctueel {bn.}
akkurat
genau
sorgfältig
ordentlich
pünktlich
richtig
exakt
präzis
genau
sorgfältig
ordentlich
pünktlich
richtig
exakt
präzis
pril, vroeg, vroegtijdig {bn.}
früh
frühzeitig
zeitig
frühreifend
frühzeitig
zeitig
frühreifend