Vertaling van vuil

Inhoud:

Nederlands
Duits
rommel, samenraapsel, veegsel, uitvaagsel, vuil {zn.}
Kehricht [m] (der ~)
Zusammengekehrtes
morsig, onrein, smerig, vies, vuil, vunzig, goor, vuns {bn.}
unlauter
afval [o], rommel, vuil {zn.}
Abfall [m] (der ~)
etwas Abgefallenes
smeerlapperij [v], smurrie [v], viezigheid [v], vuiligheid [v], smeerboel, vuil {zn.}
Unrat [m] (der ~)
Dreck [m] (der ~)
afval [o], vuilnis, prullaria, puin, rommel, rommelzooi, vuil, Vuilnis [o] {zn.}
Müll [m] (der ~)
Schutt [m] (der ~)
De volgende morgen kwam Dima uit de vuilcontainer en realiseerde zich dat zijn kleren nu allemaal naar vuilnis stonken.
Am nächsten Morgen verließ Dima den Müllcontainer, musste aber feststellen, dass seine Kleidung jetzt nach Müll roch.
bevlekken, bevuilen, bezoedelen, verontreinigen, vuilmaken {ww.}
einschmutzen
sudeln
beschmutzen

ik maak vuil
jij maakt vuil
hij/zij/het maakt vuil

ich sud(e)le
du sudelst
er/sie/es sudelt
» meer vervoegingen van sudeln



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Vuil

Schmutzig

Zeep helpt het vuil te verwijderen.

Seife ist nützlich, um Schmutz zu entfernen.

Mijn kleren waren vuil van de olie.

Meine Kleidung war mit Öl verschmutzt.


Gerelateerd aan vuil

rommel - samenraapsel - veegsel - uitvaagsel - morsig - onrein - smerig - vies - vunzig - goor - vuns - afval - smeerlapperij - smurrie - viezigheid