Vertaling van vullen

Inhoud:

Nederlands
Duits
vullen, opvullen, opzetten {ww.}
polstern

wij vullen
jullie vullen
zij vullen

wir polstern
ihr polstert
sie polstern
» meer vervoegingen van polstern

vullen, opvullen {ww.}
würzen
anfüllen
stopfen
farcieren
füllen

wij vullen
jullie vullen
zij vullen

wir füllen an
ihr füllt an
sie füllen an
» meer vervoegingen van anfüllen

dempen, vullen, invullen, spekken, stoppen, volmaken, volschenken {ww.}
erfüllen
ausfüllen

wij vullen
jullie vullen
zij vullen

wir erfüllen
ihr erfüllt
sie erfüllen
» meer vervoegingen van erfüllen

plomberen, vullen {ww.}
plombieren

wij vullen
jullie vullen
zij vullen

wir plombieren
ihr plombiert
sie plombieren
» meer vervoegingen van plombieren



Gerelateerd aan vullen

opvullen - opzetten - dempen - invullen - spekken - stoppen - volmaken - volschenken - plomberen