Vertaling van waarborg

Inhoud:

Nederlands
Duits
garantie [v], waarborging [v], waarborg {zn.}
Zusicherung [v] (die ~)
Versicherung [v] (die ~)
Gewährleistung [v] (die ~)
Sicherheit [v] (die ~)
Bürgschaft [v] (die ~)
Gewähr [v] (die ~)
Garantie [v] (die ~)
borgstelling [v], pand [o], onderpand, waarborg {zn.}
Pfandsache
Unterpfand [o] (das ~)
Pfand [o] (das ~)
borg staan voor, garanderen, sponsoren, waarborgen {ww.}
einstehen
sich verbürgen für
Garantie leisten für
bürgen für
gewährleisten
garantieren
verbürgen
bürgen

ik waarborg

ich stehe ein
» meer vervoegingen van einstehen