Vertaling van want

Inhoud:

Nederlands
Duits
gloeikousje [o], mof, sok [v], want {zn.}
Muffe [v] (die ~)
tuigage [v], takelwerk, tuig, want {zn.}
Takelwerk [o] (das ~)
handschoen [m], want {zn.}
Handschuh [m] (der ~)
aangezien, daar, omdat, vermits, want, wijl {vw.}
da
denn
weil
luchten, spuien, uitluchten, ventileren, wannen {ww.}
ventilieren

jij want
hij/zij/het want

du ventilierst
er/sie/es ventiliert
» meer vervoegingen van ventilieren

waaien, frisse lucht toewaaien, wannen {ww.}
wedeln
fächeln

jij want
hij/zij/het want

du wedelst
er/sie/es wedelt
» meer vervoegingen van wedeln



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Vergeef me, want ik heb gezondigd.

Vergib mir, denn ich habe gesündigt.

Het was zijn schuld niet, want hij deed zijn best.

Es war nicht seine Schuld, denn er hat getan, was er konnte.

Ik ben gelukkig, want ik leer wat Nederlands.

Ich bin glücklich, weil ich etwas Niederländisch lerne.

Ik kon niet gaan werken want ik was ziek.

Ich konnte nicht arbeiten gehen, weil ich krank war.

Vrees niet, want er is niets te vrezen.

Fürchte nichts, denn es gibt nichts zu fürchten.

Laten we ons wel bewust zijn van het belang van deze dag, want vandaag kwamen binnen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer geen Fransen samen met Engelsen, geen Russen met Polen, maar mensen met mensen.

Wir sind uns der gravierenden Bedeutung des heutigen Tages bewusst, denn heute innerhalb der gastfreundlichen Mauern von Boulogne-sur-Mer treffen sich nicht Franzosen mit Engländern, nicht Russen mit Polen, sondern Menschen mit Menschen.

Laten we ons wel bewust zijn van het belang van deze dag, want vandaag kwamen binnen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer geen Fransen samen met Engelsen, geen Russen met Polen, maar mensen met mensen.

Wir sind uns der gravierenden Bedeutung des heutigen Tages bewusst, denn heute innerhalb der gastfreundlichen Mauern von Boulogne-sur-Mer treffen sich nicht Franzosen mit Engländern, nicht Russen mit Polen, sondern Menschen mit Menschen.


Gerelateerd aan want

gloeikousje - mof - sok - tuigage - takelwerk - tuig - handschoen - aangezien - daar - omdat - vermits - wijl - luchten - spuien - uitluchten