Vertaling van wetten

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanzetten, slijpen, scherpen, wetten {ww.}
spitzen
schärfen
wetzen
scharf machen
schleifen

wij wetten
jullie wetten
zij wetten

wir spitzen
ihr spitzt
sie spitzen
» meer vervoegingen van spitzen

wet (mv. wetten) {zn.}
Gesetz [o] (das ~)
Iedereen kent de wet.
Jeder kennt das Gesetz.
Hij overtrad de wet.
Er verstieß gegen das Gesetz.


Gerelateerd aan wetten

aanzetten - slijpen - scherpen - wet