Vertaling van wijd
Inhoud:
Nederlands
Duits
breed, wijd {bn.}
breit
weit
weit
breedvoerig, groot, royaal, ruim, uitgebreid, uitgestrekt, wijd {bn.}
ausgedehnt
geräumig
weit
geräumig
weit
wijden, zegenen, inzegenen, inwijden {ww.}
einsegnen
benedeien
segnen
benedeien
segnen
ik wijd
ich segne ein
» meer vervoegingen van einsegnen
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Doe je mond wijd open.
Mach deinen Mund weit auf.
Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn er in gekropen.
Ene, mene, miste, es rappelt in der Kiste. Ene, mene, muh, und raus bist du!