Vertaling van wijd

Inhoud:

Nederlands
Duits
breed, wijd {bn.}
breit
weit
breedvoerig, groot, royaal, ruim, uitgebreid, uitgestrekt, wijd {bn.}
ausgedehnt
geräumig
weit
wijden, zegenen, inzegenen, inwijden {ww.}
einsegnen
benedeien
segnen

ik wijd

ich segne ein
» meer vervoegingen van einsegnen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Doe je mond wijd open.

Mach deinen Mund weit auf.

Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn er in gekropen.

Ene, mene, miste, es rappelt in der Kiste. Ene, mene, muh, und raus bist du!


Gerelateerd aan wijd

breed - breedvoerig - groot - royaal - ruim - uitgebreid - uitgestrekt - wijden - zegenen - inzegenen - inwijden