Vertaling van wijlen

Inhoud:

Nederlands
Duits
plakken, resideren, verblijf houden, vertoeven, wijlen, verwijlen {ww.}
verweilen
weilen

wij wijlen
jullie wijlen
zij wijlen

wir verweilen
ihr verweilt
sie verweilen
» meer vervoegingen van verweilen

moment, ogenblik, oogwenk, tel [m], tijdstip, wijl (mv. wijlen), wip {zn.}
Moment [m] (der ~)
Augenblick [m] (der ~)
Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.
Erdbeben können jeden Augenblick geschehen.
Een ogenblik alsjeblieft!
Einen Augenblick bitte!
aangezien, daar, omdat, vermits, want, wijl (mv. wijlen) {vw.}
da
denn
weil


Gerelateerd aan wijlen

plakken - resideren - verblijf houden - vertoeven - verwijlen - moment - ogenblik - oogwenk - tel - tijdstip - wijl - wip - aangezien - daar - omdat